Maatvoering

• Klik met de rechtermuisknop op de positieschets.
• Selecteer in het contextmenu " Maatvoering ":
  
• Selecteer een looprichting voor de maatvoering:
  • Horizontaal
  • Verticaal
  • Schuin
• Klik met de linkermuisknop op het gewenste beginpunt van de maatlijn.
• Klik met de linkermuisknop op het gewenste eindpunt van de maatlijn.
• Definieer de maatvoeringseigenschappen in het volgende venster:
  
  • De berekende afmeting wordt weergegeven boven de ingaveopties en automatisch ingegeven in het veld "Tekst".
  • Geef indien nodig een infotekst op. Deze wordt onder de maatlijn geplaatst.
  • Geef indien nodig toleranties op voor bijvoorbeeld aanpassingen.
  • Selecteer optioneel onder "Tekststijl" of het lettertype vet, cursief of onderstreept moet worden weergegeven.
  • Activeer de optie "Altijd leesbaar" om de letterhoek automatisch tussen 90° en 180° te houden.
  • Geef onder " Maatvoeringstype" de weergave van het begin- en eindpunt van de maatlijn op.
  • Activeer de optie "Doorlopende maatlijnen" om de maatvoeringswaarde boven de maatlijn te plaatsen.
  • Selecteer een lettertype.
  • Activeer de afdrukken waarop de maatvoering moet verschijnen.
  • Geef de hoogte, breedte en grootte van de tekst op.
  • Activeer het slotsymbool om de optie "Factor" in te schakelen. De factor past alle waarden proportioneel aan uw ingave aan.
  • Klik op "OK" om de ingave te bevestigen.
• Beweeg de muis met de maatvoering naar de juiste positie en klik op de linkermuisknop om de maatvoering daar te plaatsen:
  

Maatvoering bewerken

• Klik met de rechtermuisknop op de dimensionering die u wilt bewerken.
• Selecteer de optie "Maatvoering" > "Bewerken" in het contextmenu. U kunt wijzigingen aanbrengen in het volgende venster.

Maatvoering verwijderen

• Klik met de rechtermuisknop op de maatvoering die u wilt verwijderen.
• Selecteer de optie "Maatvoering" > "Verwijderen" in het contextmenu.