Met de functie "Bevestigingsgaten" kunt u direct in de elementingave en zonder complexe macroprogrammering bewerkingen voor wandaansluitingen ingeven.

Bevestigingsgaten weergeven in de positietekening

  • Klik op het tabblad "Aanzicht" in de elementingave".
  • Activeer de optie "Bevestigingsgaten":

Automatische bevestigingspositionering

De automatische bevestigingspositionering bepaalt de positionering voor de kozijngaten per veld volgens uw specificaties. De positionering van de gaten wordt automatisch bijgewerkt zodra het element gewijzigd wordt.

  • Open een positie.
  • Klik in het gedeelte "Element" op het tabblad "Bewerken" op "Bevestigingsgaten":
  • Geef de waarden voor de automatische bevestigingspositionering per veld op in het bovenste gedeelte (1) van het volgende scherm:

    • Afstand tot de rand (sponningmaat)
    • Minimale afstand tussen de gaten
    • Maximale afstand tussen de gaten
    • Diameter wandzijde
    • Diameter glaszijde
    • Bewerkingsdiepte glaszijde
    • Bevestigingsas Z
  • Klik met de rechtermuisknop in het bovenste veld "Aanvul artikel" (2) en selecteer "Nieuwe ingave".
  • Selecteer in het volgende scherm de benodigde aanvul artikelen voor elke boring en geef de hoeveelheid op. Klik op "OK".
  • Klik met de rechtermuisknop op het toegevoegde aanvul artikel om het te bewerken, verwijderen, knippen of kopiëren.
  • Activeer in het onderste gedeelte (3) de kozijnzijde waarvoor de bevestigingsgaten moeten worden bepaald en selecteer de optie "Automatisch" voor de betreffende zijde.
  • Klik in het scherm "Bevestigingsgaten vastleggen" op "OK". In de positietekening worden de automatisch vastgestelde bevestigingsgaten weergegeven:

Bevestigingsgaten aanpassen

Bevestigingsgaten kunnen onafhankelijk van de automatische instellingen voor afzonderlijke elementzijden worden aangepast.

  • Opene een positie.
  • Klik in het gedeelte "Element" op het tabblad "Bewerken" op "Bevestigingsgaten".
  • Activeer in het onderste gedeelte de zijden van het kozijn waarvoor bevestigingsgaten moeten worden bepaald en selecteer voor de aan te passen zijde de optie "Vaste positie":
  • Geactiveerde zijden waarvoor de optie "Automatisch" is geselecteerd, worden bepaald zoals beschreven in het gedeelte "Automatische bevestigingspositionering".
  • Klik direct daaronder op de knop "Bevestiging toevoegen".
  • Selecteer in het volgende scherm de referentie:

    • Onderkant peil
    • Boven (buitenafmeting element)
    • Onder (buitenafmeting element)
    • Links (buitenafmeting element)
    • Rechts (buitenafmeting element)
  • Geef hieronder de waarden voor de vaste bevestigingspositie in:
    • Maat
    • Diameter wandzijde
    • Diameter glaszijde
    • Bewerkingsdiepte glaszijde
    • Bevestigingsas Z
  • Klik op "OK". De gegevens voor de vaste bevestigingspositie worden in de lijst weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op d eingave om de gegevens te bewerken, te verwijderen, te knippen of te kopiëren.
  • Klik met de rechtermuisknop in het aangrenzende veld "Aanvul artikel" en kies "Nieuwe ingave".
  • Selecteer in het volgende scherm het aan vulartikel dat per gat nodig is en geef het aantal in. Klik op "OK".
  • Klik met de rechtermuisknop op het toegevoegde aanvul artikel om het te bewerken, te verwijderen, te knippen of te kopiëren.
  • Klik in het scherm "Bevestigingsgaten vastleggen" op "OK". In de positietekening wordt het handmatig vastgelegde bevestigingsgat weergegeven.

Aanzicht van de bewerkingen

  • Open in de elementingave een element met bevestigingsgaten.
  • Klik op het gedeelte "Bewerking".
  • Klik op een profiel met bevestigingsgaten. De bevestigingsgaten worden in de dwarsdoorsnede van het profiel weergegeven:
  • Dubbelklik op de profieltekening om een 3D-weergave te krijgen. Aan de linkerkant wordt de groep met de bevestigingsgaten weergegeven:
  • Geef bij eventuele botsingen met andere bewerkingen onder "Verschuiving X-richting" een waarde in om het bevestigingsgat te verschuiven.

Import

  • Open een positie.
  • Klik in het gedeelte "Element" op het tabblad "Bewerken" op "Bevestigingsgaten".
  • Klik op de knop "Import" om de waarden van de automatische bevestigingspositionering en handmatig gedefinieerde gaten uit een andere positie over te nemen:
  • Selecteer in het volgende scherm het project en vervolgens de positie waarvan de bevestigingsgaten moeten worden overgenomen.
  • Klik in het scherm "Bevestigingsgaten vastleggen" op "OK". De geïmporteerde bevestigingsgaten worden weergegeven in de positietekening.

Globale voorinstellingen

De waarden voor de automatische bevestigingspositionering kunnen globaal voor alle gebruikers worden ingesteld.

  • Klik op de startpagina op "Instellingen" > "Verdere instellingen" > "Bevestigingsgaten":
  • Geef de waarden voor de automatische bevestigingspositionering in:
    • Afstand tot de rand (sponningmaat)
    • Minimale afstand tussen de boorgaten
    • Maximale afstand tussen de boorgaten
    • Diameter glaszijde
    • Diameter wandzijde
    • Bevestigingsas Z
    • Bewerkingsdiepte glaszijde
  • Klik met de rechtermuisknop in het veld "Aanvul artikelen" en selecteer "Nieuwe ingave".
  • Selecteer in het volgende scherm de aanvul artikelen die per gat nodig zijn en geef het aantal stuks in.
  • Klik op "OK". Klik met de rechtermuisknop op het toegevoegde aanvulartikel om het te bewerken, te verwijderen, te knippen of te kopiëren.
  • Klik in het scherm "Verdere instellingen" op 'OK'. De vastgelegde waarden worden bij elke positie in het scherm "Bevestigingsgaten vastleggen" weergegeven en kunnen daar individueel voor de positie worden aangepast.

Bevestiging verwijderen

  • Open een positie met bevestigingsgaten.
  • Klik in het gedeelte "Element" op het tabblad "Bewerken" op "Bevestigingsgat".
  • Klik op de knop "Bevestigingen verwijderen" om alle bevestigingsgaten uit de positie te verwijderen:

Zie ook: