Iedere CNC die u gebruikt moet in Logikal zijn ingegeven.
Klik in het menu van projectcentrum op " CNC-Databank" en selecteer "CNC-Bedrijfsstandaard".
Klik op icoon "nieuwe ingave" om een nieuwe CNC aan te leggen.
Tip: Als u staal en aluminium series op uw machine bewerkt dient u 2 verschillende machines aan te leggen om niet elke keer het gereedschap in Logikal te activeren dan wel te deactiveren.
Geef de omschrijving en machine-type aan.
Afhankelijk van het type machine kunt u verschillende waarden in het volgende scherm ingeven.
Onder tabblad "Algemeen" bepaalt u met welke bestanden het programma kan communiceren met de machine.
Onder tabblad "Uit te voeren bewerkingen" geeft u aan welke bewerkingen er uitgevoerd moeten worden.
Onder "Technische Informatie" bepaalt u de automatische correcties voor de machine.
Vanwege technische mogelijkheden en beperkingen van de koppeling kan niet elk item voor iedere machine geselecteerd worden.
In het tabblad "standaard bewerkingen" geeft u de maatvoering van de standaard bewerkingen aan.
Dit item maakt het makkelijker voor u om later deze standaards te programmeren.
Om ervoor te zorgen dat uw machine de maatvoering van het te bewerken profiel herkent, moet u zowel de zogenaamde DXF-bestanden, als ook de zogenaamde profielparameters aan uw machine doorgeven.
Klik hiervoor op bestandmenu "CNC-Databank" en selecteer "CNC-Bedrijfsstandaard".
Klik met de rechtermuisknop op de machine en selecteer onder "Export" het item "Profieltekeningen".
Het volgende scherm opent zich.
Bepaal uw instellingen en klik op "Exporteren".