Materiaalpakketten kunnen op vaste hoogte (verdiepingen) worden geplaatst. De bewerkingen in het materiaalpakket worden geplaatst op het profiel onafhankelijk van profielverlenging, profielstoot of geometrische kenmerken (afschuiningen, verschuiving borstweringshoogte, etc.). De uit het materiaalpakket verkregen bewerkingen zitten dus altijd op de juiste plaats. Andere voordelen zijn zowel calculatie- als producttechnische overwegingen van de benodigde artikelen .
1. Bewerkingen aanleggen
Ga via "CNC-Databank" naar "Bewerkingen".
Selecteer een serie.
Leg 2 bewerkingen aan voor de stijldeling boven:
Boven, aan zijde 1
Boven, aan zijde 6
Daarna 2 bewerkingen voor de stijldeling onder aanleggen:
Onder, aan zijde 1
Onder, aan zijde 6
2. Bewerkingsgroep aanmaken
Selecteer onder "CNC-Databank" -> "Groepen" de betreffende serie.
Klik op "Toevoegen" om een nieuwe groep aan te maken.
Selecteer de fabrikant en geef de groepnaam voor de bewerking voor boven in.
Bepaal de serie, waarin de bewerking wordt gebruikt en selecteer onder "Type" de optie "Eindbewerking". Klik op "OK".
Open de nieuwe groep.
Geef de profielen in. In het veld daaronder geeft u de bewerkingen in die u in punt 1 hebt aangelegd. Sla de instellingen op. Vervolgens maakt u nog een groep aan, waarin u de bewerkingen voor onder ingeeft.
3. Materiaalpakket definiëren
Selecteer onder "Eigen Databank" -> "Serie ingave" -> "Materiaalpakket" de betreffende Serie.
Klik op "Toevoegen" om een nieuwe materiaalpakket aan te maken.
In het rechter ingaveveld kunt u nieuwe gegevens ingeven.
Geef de materiaalgroep een naam en selecteer onder "Type" die Optie "Stijldeling".
Geef in de drie velden daaronder de geldige profielen, aanvul artikelen en de bewerkingsgroepen in.
Sla de gegevens op en ga terug naar "Projectcentrum".
4. Materiaalpakket voor stijldeling gebruiken
In de elementingave kunt u het materiaalpakket bij de stijldeling selecteren.